HET ONTSTAAN

Voor de eerste wereldoorlog bestond er in Olen-Centrum de klassieke dorpsfanfare met zangkoor en toneelafdeling. De weken na de Wapenstilstand in 1918 rommelde het behoorlijk in het muzikale wereldje van Olen. Eind 1918 kreeg een wrijving tussen de families Suykens en Vetters-Tubbax haar hoogtepunt. Zij waren de leidende figuren van de op dat ogenblik alleen bestaande muziekvereniging. Hierdoor scheurde een gedeelte zich af en stichtte onmiddellijk een nieuwe muziekvereniging. Sooi Beneens ging naar huis een bak bier halen en met de hoofden vol wijze ernst en bier werd de fanfare “De Toekomst” boven de doopvont gehouden. De stichters waren dokter Tubbax – voorzitter ; meester Vetters – dirigent; Sooi Beenens, Denis Heylen, Denis Van der Weyden, Dikke De Bussen, Emiel van Hemelen en de familie Jaco. Daarnaast werd Karel Willems tot ondervoorziter en onderpastoor Faes tot secretaris verkozen.  Reeds op verloren maandag 1919, amper 2 weken na het ontstaan trok de “Fanfare De Toekomst” door het dorp en tegen het teerfeest van 1920 waren zij bijna 50 muzikanten sterk. Meester Vetters was de eerste dirigent van de fanfare. Later volgde nog Mr. Vansant als dirigent in August de Busser als voorzitter.

 

In 1934 werd een jonge dirigent Fons van Loo aangeworven. Streng, aanmoedigend en tactvol toverde hij de fanfare om tot een meer moderne vereniging. Twee jaar na elkaar werd met succes aan wedstrijden deelgenomen in 1935 in Spontin en in 1936 in Molenbeersel. Muziekschool bestond toen nog niet, alles werd in eigen kring aangeleerd. Naast de fanfare was er ook een toneelafdeling en als je de programma’s van de jaren 40 bekijkt was destijds het toneel belangrijker als de fanfare.

In 1945, na de tweede wereldoorlog werd zo vlug mogelijk opnieuw van was gestoken. De Engelsen waren zelfs nog in Olen. Maar het was in zeer moeilijke omstandigheden en de kas was leeg tot op de bodem. Gust Tubbax nam de taak van voorzitter op zich en Jef Van Vlerken werd secretaris, een taak dit Frans Van den Broeck later overnam. Eén van de muzikanten, Fik Steurs werd als dirigent gevraagd. Vele goede uitslagen op tal van wedstrijden hebben bewezen dat de Toekomst toen reeds tot de goede dorpsfanfares mocht gerekend worden.

Het teerfeest werd destijds verzorgd door Fin “Van Bovekes” en ging destijds door op verloren maandag en de daaropvolgende dag. Onder het voorzitterschap van Denis Van der Weyden, die Gust Tubbax had opgevolgd, kocht men een koe en men slaagde erin te teren van maandag tot en met vrijdag. De fanfare-onkosten werden destijds gedekt door toneelopvoeringen en door een Vlaamse kermis, die in de tuin van Louis Hermans of onder de lindebomen op het markplein, voor Mon Vetters, werden gehouden. In 1963 en 1964 werd in de Keinigestraat,  op de plaats waar momenteel de huizen van de gepensioneerden staan zelfs een autorodeo georganiseerd.

In 1966 werd de vzw De Toekomst opgericht. Het bestuur bestond toen uit Gust Tubbax – voorzitter; Jef Verstappen – onder-voorzitter, Gust Gebruers – secretaris en verder Louis Aerts, Staf Beenens, Jef Van Vlerken, Wies Claes, Jef Van Naelten, Wies Spruyt, Frans Michiels en Roger Verbiest.

Naar analogie met andere maatschappijen in de buurt werd in 1966 een trommelkorps opgericht. Tijdens het 50-jarig bestaan van de Toekomst in 1968 telden we 35 muzikanten en 12 trommeljuffrouwen. Op zaterdag 18 januari 1969 hield de Toekomst in de gemeentelijke feestzaal een eerste Volksconcert. Het programma bestond uit fanfarewerken onder leiding van Fik Steurs en verschillende zangnummers die onder leiding van meester Van Elst werden uitgevoerd.

Het trommelkorps waagde eveneens een danspasje op de muziek van “Puppet on a string” en Congratulations. Uit dat optreden groeide dan ook de gedachte om te starten met een majorettengroep. Dit volksconcert kende zo een groot succes dat deze formule werd herhaald op kerstdag 1970 en in januari 1971.

In 1971 werd Paul Verheyen aangesteld als eerste professionele dirigent. Hij volgde Fik Steurs op die 26 jaar dirigent bij onze groep was. Paul Verheyen was een jonge trompettist afgestudeerd aan het conservatorium van Antwerpen. Hij was eveneens leraar koper aan de muziekacademie van Geel. En dit was de start van de professionele opleidingen van de jonge muzikanten. Louis Vermeiren reed elke maandag met zijn Renauke naar Geel, zijn wagen volgeladen met jonge muzikanten. Jan, Frans en later Benny Vermeiren, Louis Claes nog later Jan Moereels, Bart en Johan Nuyts, Bert en Jef van Vlerken, nog later Geert Steurs, Geert Melis en ga zo maar door. Het legde de fanfare geen windeieren want de kwaliteit ging zienderogen naar omhoog. Nadeel was wel dat de oudere self-made muzikanten het moeilijker kregen en één voor één moesten afhaken.

Ook de majoretten en drumband kregen een professionele instructeur. Met Jan Moors en Maria Neefs werd het niveau hier ook opgekrikt. Vooral het aanleren van muziek was nieuw voor de drumband. Ze leerden niet alles meer van buiten maar kregen partituren.

De jaren zeventig waren zeker het hoogtepunt in de geschiedenis van De Toekomst; 65 muzikanten, 25 drummers en 24 majoretten. We waren graag gezien in die tijd. We trokken heel België rond met twee bussen om alle muzikanten en sympathisanten te vervoeren. De majoretten en drumbandgroep had natuurlijk ook zijn aantrek op jonge muzikanten. Wie liep er nu niet graag achter die mooie meisjes met korte rokjes ?

Opendeurdagen bij Verachtert, Bell Telefoon of Van Hool. Bloemenstoet in Wommelgem, Tijlstoet in Turnhout, Carnavalstoeten. 30 jaar de Processie op het begijnhof in Herentals, en zelfs de processie aan de Sint Pieter en Paul kathedraal in Antwerpen, waar we door het schipperskwartier moesten trekken. Alle gordijntjes gingen zedig dicht toen we voorbij kwamen.

In 1976, bij het 10 jarig bestaan van de drumband kregen we de mogelijkheid om het provinciaal kampioenschap majoretten-drumband te organiseren op het marktplein. Na de vlekkeloze organisatie zou Fedekam aan De Toekomst in totaal 13 maal de eer gunnen van het provinciaal kampioenschap in Olen te organiseren.

In de periode van 1973 – 1993 behaalde de drumband in totaal 12 provinciale en 7 nationale titels; de majoretten behaalde 7 provinciale titels doch moesten op de  nationale kampioenschappen steeds de duimen leggen. In 1987 gaf Maria Verduyck, de toemalige instructrice van de majoreten er de brui aan. Naar opvolging werd gezocht maar niet gevonden. Gelukkig werd alles enorm goed opgevangen door Maddy Diels, die de groep bij elkaar hield. Maar de majoretten hielden er steeds jonger mee op. In het begin bleven de meeste majoretten tot aan hun huwelijk, sommigen zelfs nog langer – vanaf begin jaren tachtig daalde de ouderdom gestadig naar een dieptepunt. Van het moment dat men kon spreken van een volleerde majorette werd ermee gestopt. Deze snelle wisselingen kwamen de groep niet ten goede en in 1989 werd de majorettengroep opgeven.

In 1976 telde onze fanfare 60 muzikanten waarvan er 40 jonger waren dan 18 jaar. Er werd dan ook beslist om deze jeugdfanfare in te schrijven voor Fedekam wedstrijden. De eerste maal op het nationaal kampioenschap in Leuven behaalde onze jeugdfanfare …% van de punten; in 1977 ging het kampioenschap door in Brugge. Hier behaalde de jeugdfanfare 97% van de punten en werd algemeen kampioen. Niet moeilijk want de jeugdfanfare bracht er werken uit de afdeling uitmuntendheid. De juryverslagen waren dan ook vol lof.

Doordat verschillende jongeren de leeftijd van 18 passeerden werd beslist om in 1978 met de gehele fanfare deel te nemen. En ook hier waren er mooie resultaten. In de afdeling uitmuntendheid werden we ook hier nationaal kampioen.

In 1987 gaf Paul Verheyen zijn ontslag op het einde van een repetitie. Hierop waren we niet voorbereid en in allerhaast werd uitgekeken naar een nieuwe dirigent. Er werd gekozen voor de piepjonge dirigent Luc Cambré, weerom ne trompettist, die toen de liberale harmonie in Herentals dirigeerde. Het klikte echter niet met de muzikanten maar het gaf ons wel de gelegenheid om verder te zoeken. Na enkele maanden zoeken kwamen we terecht in Pulderbos. Van voorzitter Marcel Van Staeijen mochten we een repetitie bijwonen en na de repetitie was het beklonken. Alfons Van de Vel, weerom een professionele trompettist, zou onze fanfare gaan leiden. Zijn eerste opdracht was niet gemakkelijk. Hij kreeg één repetitie en twee dagen later moesten we een concert geven in Baarle Hertog, met stukken aangeleerd onder een andere dirigent waaronder  “Ungarische Lustspiel Ouverture”. Maar professioneel als hij was, leidde hij alles in goede banen.

Bij de drumband nam Luc Moors het over van vader Jan. Luc leidde behalve de drumband ook de opleiding van de muzikanten in eigen beheer. En met succes. De meeste onder jullie kennen wel de groep Percussive. Wel 2 van de 3 leden nl. Sam Gevers en Bert Van Rillaer zijn pupillen van Luc Moors en hebben hun eerste percussiestappen gezet in onze drumband/percussieensemble.

In Nederland en ook in België was het programma op losse groeven met Chiel Montagne heel populair – het was een beetje de Nederlandse voorloper van 10 om te zien. Voor de 15de verjaardag van dit programma trokken ze twee dagen naar Olen voor opnames in een reuze tent bij Van de Ven. Twee maanden vooraf kregen we een schrijven van hen of we interesse hadden om het programma muzikaal in te leiden met onze fanfare, majoretten en drumband. En zo kwamen we met onze groep voor het eerst op de Nederlandse TV.

En ze moeten het geweten hebben bij de BRT, want niet veel later krijgen we van Jos Gheysen een schrijven dat we geselecteerd waren voor een optreden in Zondag Josdag. En ja hoor, we hebben deze fragmenten ook na lang zoeken teruggevonden en kunnen digitaliseren.

In 1990 werd de drumband omgevormd tot percussie-ensemble. Enorme investeringen aan melodisch slagwerk werden gedaan. Met hun concerten A Taste of Drums maakte ze furore. Probleem hier werd dat na een aantal jaar het percussieensemble enkel nog dit concert deed; geen andere concerten; geen andere activiteiten waardoor het een heel dure nevenafdeling werd. Bovendien hadden we twintig percussionisten, maar als onze drummer in de fanfare afwezig was, moesten we ergens anders iemand gaan vragen. Ook op onze organisaties konden we niet op hen rekenen voor te helpen. Als bestuur moesten we iets doen en we gaven hen een jaar om de balans om te keren. Na een jaar werd er negatief geëvalueerd maar onder de toezegging dat alles ging veranderen kregen ze nog een allerlaatste jaar. Toen er uiteindelijk niets gebeurde, moesten we de pijnlijke beslissing nemen om de stekker uit het stopcontact te trekken van een succesvolle groep.

De fanfare bleef onder Fons Van de Vel stevig doorwerken en op de wedstrijden van de provincie Antwerpen werden we tweemaal in de afdeling uitmuntendheid bevestigd. In 2009 vroeg Fons Van de Vel om uit te kijken naar een vervanger; hij wilde het wat kalmer aan doen. We deden testrepetities met Wim Sas en Kelly Helsen, een spruit uit onze drumband die ondertussen afgestudeerd was aan het Lemmensinstituut. De muzikanten en bestuur mochten nadien hun stem uitbrengen en uiteindelijk werd Kelly Helsen, onze eerste vrouwelijke dirigente en voor de eerste keer geen trompettist maar een slagwerker. Ook met Kelly bleven we 4 jaarlijks meedoen aan de provinciale wedstrijden (voor de subsidies natuurlijk) en ook daar werden we steeds bevestigd in de afdeling uitmuntendheid. Na zeven jaar koos Kelly voor het spelen op hoog niveau bij de Europese kampioen Brass Band Willebroek.

Koen van Hove werd in 2015 aangesteld als nieuwe dirigent , weerom een trompettist. Ondertussen heeft hij al drie jaarconcerten op zijn teller staan en samen met Koen trekken we het feestjaar in.